dinsdag 28 september 2021

Mentale uitputting: “Ik sta stil en dat is hard werken”


'Nee!', schreeuwt mijn lijf.
Mijn hart en de niet te stoppen tranen zeggen: Het moet stoppen. Nu!

De signalen waren goed verborgen. Alleen zichtbaar voor mijn naasten. Nauwelijks te bevatten voor mezelf. Slecht slapen. Faalangst. Somberheid. Een paniekaanval. Maar, dat wat verpleegkundigen kenmerkt - doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel en het zorgen voor een ander - zit ook in mijn zijn. Doorgaan. Niet lullen, maar poetsen.

Het gevoel overspoelt me. Zomaar op een zonnige ochtend. Thuis. Intens verdriet. Een niet meer te dragen vermoeidheid. Ik ben op. Vastgelopen. Ik kan niet meer.


De lat ligt hoog
Arbeidsgerelateerde mentale uitputting noemt de bedrijfsarts dit. Een hele mond vol. Voor mij is het te omschrijven als ‘te lang, te veel’. Te lang onder immense werkdruk werken. Te veel narigheid en verdriet waar ik dagelijks mee in aanraking kom. Er is maar een bepaalde hoeveelheid ellende die ik als professional kan verdragen. En ik ga maar door. 

Alles om mijn collega's en patiënten niet in de steek te laten. Geen moment van bezinning of rust. We kunnen het sterven immers maar één keer doen, er is geen herkansing voor de palliatieve patiënt en de naasten. De lat ligt hoog.

Het is mijn werk. Wat ik zó graag doe. Waar ik zoveel plezier aan beleef. Zo trots op ben. Dat deel uitmaakt van mijn identiteit.

Nu voelt het als falen.
Ik heb mezelf in de steek gelaten.

Mijn hand wordt vastgehouden
Het nieuws van mijn ziekmelding bereikt ook mijn collega's. Wat er dan gebeurt voelt onwerkelijk. Kaarten, brieven, cadeautjes en bossen bloemen. Uit alle geledingen in de organisatie. En van daarbuiten. Lieve woorden bevestigen mijn kwaliteiten als vakvrouw. Ik word gedragen. Mijn hand wordt vastgehouden. Ik volg.

Een periode van stilte. Bij mezelf komen. Bezinning. Rust. Heel veel rust. Ontspannen. Moeilijke gevoelens toelaten.

Ik sta stil. En dat is hard werken. 

Mijn angst, dat ik nooit meer in beweging zal komen, blijkt ongegrond. Er ontstaat ruimte in mezelf. Gevoelens van kracht en energie komen langzaam naar voren. De uitputting komt op de achtergrond te staan. Ik leer – in de rust en met professionele hulp – het werk te relativeren en in een beter perspectief te plaatsen. Ik vertrouw erop dat ik de uitputting achter mij kan laten. Ik begin mezelf te herkennen. Mijn enthousiasme komt terug! 

Een herkansing is er wel voor mij
Ik neem me voor het nu anders te doen. Ik laat mezelf niet meer in de steek. Nee zeggen, grenzen aangeven, kritische vragen stellen. Verantwoordelijkheid nemen voor mijn energiebalans betekent ook assertief zijn, mijn stem laten horen. Collegiaal, professioneel én met een gezonde dosis zelfzorg. 

Daar kom ik weer aan; een herkansing is er wel voor mij. Ik ben niet meer dezelfde, er is een voor en een na. Bewuster, rijker, wijzer. Dankbaar. Het gaat niet meer zoals het ging. Dit is beter. Voor mezelf én voor de ander.